Jeuk is een van de meest belastende symptomen bij epidermolysis bullosa (EB). Toch is er in klinische studies weinig aandacht voor, concluderen onderzoekers van het UMC Groningen in een systematische review. Dat maakt het lastig om effectieve antipruritische therapieën aan EB-patiënten voor te schrijven.
De onderzoekers voerden op 29 maart 2022 een systematisch literatuuronderzoek uit naar studies waarin werd gerapporteerd over patiënten met EB die voor jeuk waren behandeld. Van de 3.099 gescreende artikelen voldeden 21 studies aan de criteria, met daarin 353 patiënten met de diagnose recessieve dystrofische EB.
Slechts 2 studies evalueerden jeuk als primair eindpunt, waarvan er 1 een significante verlichting van zelfgerapporteerde jeuk aantoonde met plaatselijke huidverzorging. In de 19 studies die jeuk als secundair eindpunt beoordeelden liet slechts 36,8% van de studies een statistisch significante afname van de jeuk zien van maximaal 42%. Methodologische beperkingen werden vaak als redenen voor de lage behandeleffectiviteit genoemd.
De auteurs stellen dat de beperkte kwaliteit van de beschikbare gegevens het moeilijk maakt om de effectiviteit van verschillende behandelingen voor jeuk bij EB te vergelijken. Grootschalige, gerandomiseerde klinische studies en meer gepersonaliseerde benaderingen zijn nodig om evidence-based behandelstrategieën voor EB-gerelateerde jeuk te ontwikkelen.
Bron: