Patiënten en kniespecialisten hebben andere ideeën over de definitie van ‘een slechte uitkomst’ na een operatie voor een knieprothese. Dat blijkt uit het proefschrift van Malou te Molder die 25 april jl. promoveerde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.
Bij patiënten die een knieprothese krijgen, ervaart 1 op de 5 een slechte uitkomst. Ze hebben bijvoorbeeld nog veel pijn na de ingreep, kunnen niet goed lopen of voelen zich onstabiel in de knie.
Het proefschrift van Te Molder laat zien dat er geen internationale overeenstemming is tussen patiënten en kniespecialisten over hoé een slechte uitkomst na een knieprothese-ingreep het beste gemeten kan worden.
Hierdoor is het aantal patiënten dat een slechte uitkomst ervaart na een knieprothese-ingreep lastig te bepalen. Dit zorgt er ook voor dat resultaten tussen kniespecialisten, ziekenhuizen, landen en over de tijd moeilijk kunnen worden vergeleken. Dat maakt het lastig om resultaten te verbeteren.
Het blijkt bovendien dat patiënten en kniespecialisten andere ideeën kunnen hebben over de definitie van een slechte uitkomst. Daarom hebben Te Molder en haar collega’s patiënten geïnterviewd en resultaten van operaties bekeken. Het onderzoek toont aan dat zowel pijn, dagelijks functioneren als tevredenheid deel moeten uitmaken van een definitie voor een niet-geslaagde knieprothese-ingreep.
Bron: