Hart- en vaatziekten zijn de meest voorkomende doodsoorzaak bij mensen met chronische nierschade (CNS). Waarschijnlijk speelt de vorming van calcium-fosfaatkristallen bij deze patiënten een belangrijke rol in het ontstaan van hart- en vaatziekten. Onderzoekers van het Radboudumc gaan met een Kolff+-beurs van de Nierstichting onderzoeken hoe dit precies werkt.
Bij CNS hopen fosfaat en calcium op in het bloed en vormen kristallen die zorgen voor vaatverkalking. Hoe dat proces verloopt is onbekend en dat gaan de Nijmeegse onderzoekers dr. Jeroen de Baaij, prof. dr. Marc Vervloet en prof. dr. Joost Hoenderop nu uitzoeken.
Bij gezonde mensen vangt fetuïne-A overtollig calcium en fosfaat weg. Bij CNS is er echter een tekort aan fetuïne-A en een overschot aan calcium en fosfaat. Fetuïne-A raakt overbelast en gewone calcium-fosfaatkristallen veranderen in een schadelijke variant: CCP2. Mogelijk bevat CPP2 ook andere, schadelijke stoffen die ontstekingen veroorzaken in de vaten, waarna verkalking optreedt. Om te zien of dit klopt, gaan de onderzoekers calcium-fosfaatkristallen uit het bloed van gezonde vrijwilligers vergelijken met die van dialysepatiënten. Ook zullen ze bekijken of voeding invloed heeft en of een verbeterde nierfunctie de productie van gewone calcium-fosfaatkristallen en CPP2 verandert. Tot slot gaan de onderzoekers uitzoeken hoe je CPP2 uit het bloed kunt verwijderen.
Bron: