Sinds januari van dit jaar is Xavier Smeets voorzitter van de NVMDL i.o. Een mooie aanleiding om hem voor de Curious Aios Corner te interviewen over de plannen en speerpunten van deze voor aios zo belangrijke vereniging.
Xavier, hoe ben jij bij de NVMDL i.o. terechtgekomen?
“Via een sollicitatie op een vrijgekomen plek ben ik in het bestuur gekomen, en vanaf januari 2022 heb ik het voorzitterschap van Willem-Pieter Brouwer overgenomen. Ons bestuur kent uit iedere opleidingsregio een afgevaardigde. Ik ben in Nijmegen in opleiding tot MDL-arts en net aan mijn 5e opleidingsjaar begonnen in het Radboudumc.”
Hoe bepalen jullie agendapunten?
“Wij proberen als commissie de ogen en oren te zijn van de aios en pikken dingen op uit de praktijk. Dit bespreken we in onze bestuursvergadering om te polsen of het ook in andere regio’s speelt. Als voorbeeld kan ik het persoonlijk budget noemen. In sommige ziekenhuizen is dit budget vele malen groter dan op andere plekken. Ook worden wij betrokken bij beleid van commissies van de NVMDL, zoals het nieuwe opleidingsplan NOVUM 2.0. Verder zijn wij nu begonnen met de aios-enquête, waarmee we informatie ophalen over een aantal speerpunten. Dit jaar gaat het om stagegerelateerde werkzaamheden, dienstbelasting en ruimte voor persoonlijke ontwikkeling.”
Dat klinkt als een doordacht plan, laten jullie dit jaarlijks terugkeren?
“De nationale aios-enquête is onderdeel van een jaarlijkse PDCA-cyclus die we als bestuur willen doorvoeren. Daarmee willen we een professionelere organisatie worden en op die manier kunnen we problematiek beter aanpakken. Naar aanleiding van de aios-enquête wordt een rapport gepubliceerd waarin we de belangrijkste knelpunten bespreken en oplossingen voorstellen. Het rapport zal door onze bestuursleden in de regio besproken worden, maar ook met het landelijke Concilium. De enquête dient zo als startschot voor gesprekken met de opleiders. Ik hoop dat deze enquête meer bewustwording creëert en dat aios uiteindelijk ook denken ‘ha, de enquête komt binnenkort, ik ga eens nadenken over wat beter kan’. Het moet ook mogelijkheden bieden om zaken aan te kaarten.”
Wat wil jij persoonlijk graag bijdragen aan de NVMDL i.o.?
“Ik hoop dat aios zich gaan realiseren dat ze invloed hebben op het beloop van hun opleiding. Veranderingen zijn mogelijk en dat kunnen wij voor hen organiseren.”
Wat zijn jullie andere speerpunten?
“Drie zaken vinden wij op dit moment belangrijk. Ten eerste is dat het teruglopend aantal aios. Dit leidt tot een toegenomen dienstbelasting of noodzakelijk gecombineerde taken voor aios. Organisatie van de zorg moet hierop nog worden aangepast. MDL-artsen zullen bijvoorbeeld zelf weer meer diensten moeten doen, maar ook zullen er meer anios moeten worden aangenomen om alle arts-assistententaken te kunnen blijven uitvoeren. Maar dit kost meer geld, dus daar liggen knelpunten. Ten tweede noem ik de banenmarkt. Het aantal opleidingsplaatsen wordt berekend aan de hand van de zorgvraag, maar in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat ziekenhuizen 0% groeien. Een gekke situatie, waarbij deze scheefgroei nog moet worden rechtgetrokken. De nieuwe generatie artsen en specialisten denkt wel anders over werk. Die willen niet meer 60 uur per week werken en tot hun 70e diensten doen. Ook denk ik dat zij met een wat lager salaris tevreden zullen zijn als dit hun werk-privébalans verbetert. Hier liggen wel kansen. Ten slotte denken wij ook na over neventaken van MDL-artsen, zoals commissietaken of bestuursrollen. Wij merken dat aios van nu minder genegen zijn neventaken op te pakken. Dat zien wij terug in een lagere bezetting in commissies en besturen. Ik denk dat hiervoor betere voorwaarden voor gecreëerd kunnen worden, zodat neventaken aantrekkelijker worden.”
Zijn jullie tevreden over de opleiding tot MDL-arts?
“In algemene zin zeker wel. Er zijn altijd dingen die beter kunnen, ook door dynamische maatschappelijke ontwikkelingen. Specialisten moeten tegenwoordig ook manager worden, daar moet nog aandacht aan worden besteed in de opleiding. Ook is er afgelopen jaren meer interesse in voeding ontstaan. Ik vind het prettig dat er daadwerkelijk wordt geluisterd naar ons aios en dat wij ook in commissies voor vol worden aangezien.”
Wat denk jij dat beter zou kunnen?
“Er zijn nog veel regionale verschillen in de opleiding. Iedere regio heeft plussen en minnen. Ik zou graag zien dat het meer in lijn komt. Het hoeft zeker niet te strak, maar er moet wel een eerlijke basis zijn.”
En zijn jullie tevreden over de nascholing?
“Met COVID werd het tweedaagse onderwijs in Lunteren erg gemist, vooral het sociale aspect. Wij zijn heel blij dat dit nu weer terugkomt. Er is regionaal behoorlijk wat variatie in het onderwijs, maar de kwaliteit van het landelijke onderwijs is goed. Daarbij is er ook nog een groot aanbod van divers onderwijs dat je op eigen initiatief kunt volgen.”
Any last words?
“Wij starten de professionalisering van de NVMDL i.o. op, zodat besturen na ons hiermee door kunnen. Qua banenmarkt worden het een paar interessante jaren. Ik ben blij dat dit punt nu hoog op iedereens agenda staat doordat wij dit vaak hebben aangekaart bij verschillende commissies. Dit laatste is een mooi voorbeeld dat je als aios daadwerkelijk invloed hebt.”
Dr. A. van Baar, aios MDL