De beschrijving van een zeldzame genodermatose bij twee familie, de ene uit Canada en de andere uit Den Haag, kreeg onlangs een plek in het toonaangevende tijdschrift JID Innovations. Medeauteur dr. Lydia Vos wist voorheen niet af van het bestaan van het Basan-syndroom. Ze vertelt over de interessante zoektocht naar de klinisch(-genetische) diagnose en geeft enkele praktische tips voor de behandeling en eventuele noodzaak van genetisch onderzoek bij onverklaarde dermatosen.
Basan-syndroom in het kort
Het Basan-syndroom is een autosomaal dominante genodermatose die wordt gekenmerkt door congenitale adermatoglyfie, voorbijgaande congenitale milia in het gezicht, neonatale acrale bullae en hypo- of anhydrosis. Dit syndroom is wereldwijd bij slechts 10 verwante mensen beschreven en wordt veroorzaakt door varianten van het SMARCAD1-gen, dat specifiek tot expressie komt in de huid.
Het SMARCAD1-eiwit is voornamelijk gelokaliseerd in de celkern en speelt een cruciale rol bij chromatine-remodellering, homologe recombinatieherstel van dubbelstrengs DNA-breuken en de stabiliteit van het genoom. Bij muizen resulteert de knock-out voor de muizen-specifieke homoloog, Smarcad1, in prenatale en perinatale sterfte, verminderde vruchtbaarheid, groeiretardatie en skeletafwijkingen.
Twee families
In dit JID-artikel rapporteren Vos c.s. twee families met het Basan-syndroom en beschrijven twee SMARCAD1-varianten. Deze varianten zijn voor zover bekend nog niet eerder gerapporteerd in relatie tot het Basan-syndroom. Terwijl de meeste van de eerder gerapporteerde SMARCAD1-varianten puntmutaties betreffen, hebben Vos c.s. een complexe structurele variant (een deletie, een non-tandemduplicatie en een inversie) in een Canadese familie en een deletie van 12 baseparen die de donorsplitsingsplaats van exon 1 van de huidspecifieke isovorm) in een Nederlandse familie beschreven.
In 2018 meldde een moeder zich op het spreekuur van Vos, dermatoloog in het Haaglanden MC, met als opvallendste huidafwijking de afwezigheid van vingerafdrukken (adermatoglyfie). “In de wereldliteratuur heb ik gezocht welke syndromen daarbij kunnen passen. Dan kom je bij spannend klinkende diagnoses, zoals het immigration delay syndrome.
Klinisch(-genetische) diagnostiek
Op basis van de adermatoglyfie en hypohydrosis bij deze mevrouw hadden Vos en collega’s al het klinische vermoeden dat het waarschijnlijk om het Basan-syndroom ging. “Daarnaast had de patiënt last van droge huid en hyperkeratosen en kloven op handen en voeten”, vertelt ze. “Van dit gezin heb ik in eerste instantie de moeder en daarna ook de twee kinderen uitgenodigd. De kinderen bleken dezelfde huidafwijkingen meer prominent te hebben en opvallende knuckle pads en gehypopigmenteerde vlekken op handen en voeten.”
Vervolgens moest de klinisch geneticus uit het LUMC die diagnose bevestigen. Er is een whole-exome sequencing ingezet. “Dit was een hele zoektocht”, herinnert Vos zich. “Op een congres kwam de Leidse klinisch geneticus een collega uit Canada tegen. Die vertelde dat ze net bezig waren met de diagnostiek van een grote familie van 12 personen bij wie er ook aanwijzingen voor het Basan-syndroom waren. Vervolgens hebben ze samen het klinisch-genetische onderzoek ingezet. Daar kwam daadwerkelijk het Basan-syndroom uit.”
Terwijl de Haagse patiënt klinisch-genetisch gezien een vrij makkelijke ontdekking was, bleek de analyse van de Canadese familie heel complex te zijn (zie kader en meer details in JID-publicatie). “Door het unieke huidbeeld van de Nederlandse familie en complex klinisch-genetische onderzoek van de Canadese familie is het in de JID gepubliceerd”, laat Vos weten. “Dat is heel bijzonder. Ik ben er trots op om als perifere dermatoloog in zo’n toonaangevend tijdschrift te staan.”
Impact van dit syndroom
In het JID-artikel staat een overzichtelijke tabel van de klinische kenmerken van alle gezinnen met het Basan-syndroom die wereldwijd beschreven zijn. De impact van het Basan-syndroom wordt door de patiënten als acceptabel gezien, zo heeft Vos in de praktijk en literatuur bemerkt.
Van de afwezige vingerafdrukken hebben ze geen last. Overigens kan dat voor de toekomst wel onhandig zijn, als we ons biometrisch met vingerafdrukken bij de douane moeten screenen, maar mogelijk gaat dat bijvoorbeeld met iriscontroles gebeuren.
De hypohydrosis kan problematisch zijn in warme landen of tijdens sporten. “Deze familieleden waren geen topsporters”, vertelt Vos. “Het waren nog jonge kinderen, maar ze hadden er momenteel geen last van.”
Behandelopties
Bij de behandeling van patiënten met het Basan-syndroom worden de dermatologische afwijkingen die opkomen, zo goed mogelijk behandeld. “Dat was ook de hulpvraag van de moeder toen ze in 2018 bij mij kwam: wat te doen met de kloven en hyperkeratose”, benoemt Vos. “De meest extreme verdikkingen waren bij de dochter aanwezig. Daar had ze veel last van; dat deed veel pijn. Maar daarvoor hebben we weinig behandelmogelijkheden. Zacht houden met zure zalf, zoals acidum salicylicum 20% vaseline, en vaak vijlen werkte het beste om de hyperkeratose vlak en leefbaar te houden.”
Dit jaar kwam de moeder met haar ene kind opnieuw met een hulpvraag naar Vos; de dochter kreeg steeds meer last van de hyperkeratotische plaque van 3 cm op haar handpalm. “Ik verwees ze naar het Erasmus MC, met de vraag of CO2-laser een optie was. Dat zou echter een grote kans op verlittekening van de huid geven. Daarom is in overleg met moeder en dochter voorlopig besloten om daarvan af te zien.” Een andere mogelijkheid is het wegsnijden van de hyperkeratose. Daarbij moet echter een huidtransplantaat aangebracht worden, wat ook verlittekening geeft. Moeder en dochter besloten met grotere therapietrouw de acidum salicydicum 20% in vaseline te gaan smeren en te vijlen.
Daarnaast hebben patiënten met het Basan-syndroom last van xerosis cutis en hyperkeratose van de handen en voeten. “Dat moeten ze dagelijks insmeren met vette zalf”, adviseert Vos. “Ze weten goed dat als ze meer last krijgen, bijvoorbeeld in de winter, dat ze dan fanatieker moeten smeren.” Voor de hypohydrosis is er geen oplossing beschikbaar, maar daar hadden de Haagse patiënten geen last van.
Verwijzing naar klinisch geneticus?
De vraag is of bij een combinatie van verschillende afwijkingen die niet passen in een reguliere dermatologische diagnose, vaker klinisch-genetische diagnostiek zou moeten plaatsvinden. Zelf vindt Vos dat patiënten recht hebben om met de huidige moderne technieken de diagnose te weten. “Ik bespreek met de ouders of ze van de klinisch geneticus willen weten of er een genetische oorzaak is. Er zijn namelijk andere syndromen bekend waarbij eveneens een vingerafdruk afwezig is, zoals pigmentosa reticularis en dyskeratosis congenita. Die geven een verhoogd risico op plaveiselcelcarcinoom, doofheid, leukemie en hartafwijkingen. Omdat deze aandoeningen veel medische impact hebben, is het relevant voor de patiënt zelf en zijn familieleden om dat te weten.”
Bron
Elhaji Y, van Henten TMA, Ruivenkamp CAL, et al. Two SMARCAD1 Variants Causing Basan Syndrome in a Canadian and a Dutch Family. JID Innovations 2021;1:100022.