Er wordt nog onvoldoende gebruikgemaakt van de mogelijkheden om zorg te leveren buiten de ziekenhuizen. Dat geldt wereldwijd, maar Nederland is hier geen uitzondering op. Dat stelt accountants- en adviesbureau KPMG op basis van een internationale analyse.1
KPMG maakte een vergelijking tussen de zorg in tien landen, waaronder Nederland, Ierland, Canada, Israël en Australië. Daaruit komen grote verschillen naar voren in de type zorgsystemen, politieke aansturing en financiering. Toch zijn er ook overeenkomsten, een daarvan is de toenemende zorgvraag onder meer door vergrijzing van de bevolking. “Gezondheidsstelsels overal ter wereld staan onder zware druk om te kunnen voldoen aan de toenemende zorgvraag”, zegt Anna van Poucke, partner bij KPMG en sectorleider Health. “Dit is onder andere zichtbaar op de spoedeisende afdelingen van ziekenhuizen.”
Besef groeit, zorgstelsel blijft achter
Volgens Van Poucke kunnen veel patiënten buiten het ziekenhuis worden behandeld en verzorgd, hetzij in een ander type zorginstelling of thuis. Wereldwijd zou het besef groeien dat zorg ook uit het ziekenhuis verplaatst móet worden om die voor de toekomst te behouden. “Zorg die buiten het ziekenhuis wordt verleend, goed georganiseerd is en gericht is op de lokale en regionale gemeenschap, kan een grote bijdrage leveren aan de gezondheid van mensen, hen helpen om onafhankelijk te blijven leven en de druk op het gezondheidssysteem verkleinen”, zegt de sectorleider Health.
Toch is er in veel landen nog onvoldoende aandacht voor deze zorg buiten het ziekenhuis. Die wordt daardoor onvoldoende gefinancierd en kan niet genoeg personeel vinden. De huidige zorgsystemen zijn er in het algemeen op gericht om spoedeisende zorg te bieden in ziekenhuizen en niet om ziekenhuisopname te voorkomen of mensen proactief in een andere zorgomgeving te behandelen, stelt Van Poucke.
Samenwerking met eerste lijn
De ziekenhuizen kunnen het echter niet alleen meer. “Ziekenhuisbestuurders moeten dan ook op zoek naar meer samenwerking met de eerstelijnszorg, de sociale zorg, de geestelijke gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening”, stelt Van Poucke. “Zorg dichter bij huis brengen betekent niet het einde van medisch specialistische zorg. Zeker is wel dat de vorm waarin we onze zorg ontvangen, zal veranderen.”
Die beweging wordt langzaam maar zeker ingezet. “Denk aan patiënten die thuis chemokuren ontvangen, patiënten van wie hun longwaarden op afstand worden gemonitord of verpleeghuispatiënten die niet meer naar het ziekenhuis gaan maar in het verpleeghuis via consulten en telemonitoring medisch specialistische zorg krijgen. Ziekenhuizen doen er goed aan op tijd na te denken over hoe zij de zorg in de toekomst gaan vormgeven en voor welke zorg verplaatsing buiten het ziekenhuis meerwaarde biedt.”
Technologie
Samenwerking, maar ook technologie speelt een belangrijke rol bij de succesvolle, internationale voorbeelden van zorg buiten het ziekenhuis. “Goede zorg buiten het ziekenhuis wordt gekenmerkt door een sterke eerstelijnszorgvoorziening, waarbij gebruik wordt gemaakt van technologie om de zorg gecoördineerd te kunnen aanbieden en analyses om specifieke groepen patiënten te kunnen identificeren. Bovendien worden mensen, middelen en locaties optimaal gebruikt en ligt de nadruk op samenwerking tussen de verschillende partners in de keten. Nu nog zijn veel zorgaanbieders gericht op het leveren van afzonderlijke zorg in plaats van het algemene welzijn van de patiënt”, aldus Anna van Poucke.
Bronnen:
- https://home.kpmg/nl/nl/home/insights/2020/01/delivering-healthcare-services-closer-to-home.html
- skipr.nl