De BTK-remmer zanubrutinib is toegelaten tot het basispakket voor de eerstelijnsbehandeling van chronische lymfatische leukemie (CLL) met 17p-deletie of TP53-mutatie bij patiënten voor wie chemo-immunotherapie niet geschikt is, en als monotherapie voor de tweedelijnsbehandeling van volwassen patiënten met CLL.
De vergoeding is gebaseerd op positieve resultaten uit 2 fase III-studies: SEQUOIA (NCT03336333), bij patiënten met niet eerder behandelde CLL, en ALPINE (NCT03734016), bij patiënten met R/R CLL. In deze onderzoeken vertoonde zanubrutinib een superieure werkzaamheid ten opzichte van respectievelijk bendamustine plus rituximab als eerstelijnsbehandeling van CLL en ibrutinib bij de behandeling van R/R CLL. Zanubrutinib is de enige BTK-remmer waarvoor bij R/R CLL superioriteit ten opzichte van ibrutinib is aangetoond, met een responspercentage van 80,4% voor zanubrutinib en 72,9% voor ibrutinib (p = 0,0264).
Bovendien was het percentage patiënten dat na 1 jaar nog steeds een respons vertoonde onder de zanubrutinib-gebruikers 90%, ten opzichte van 78% onder de ibrutinib-gebruikers. De bijwerkingen die in de 2 onderzoeken werden waargenomen, waren in lijn met het bekende veiligheidsprofiel van zanubrutinib.
Bron:
Beigene & Staatscourant